top of page

Tweedehands mensen





Howard Roark, een eigenzinnige architect, en bijzonder hoofdpersonage uit Ayn Rand’s klassieker “De Eeuwige Bron” (1943), stort in onderstaand citaat zijn hart uit, 82 jaar geleden intussen. Zou ik de enige zijn die deze woorden zoveel jaren later nog altijd even relevant vindt?

 

“(….) wat ik in mensen heel lang niet heb kunnen begrijpen. Ze hebben geen zelf. Ze leven in anderen. Ze leven uit de tweede hand. “


“(…) Ten koste van hun eigen zelfrespect. Op het allerbelangrijkste gebied – het gebied van de waardebepalingen, het gebied van de geest, van het denken – stellen ze anderen boven zichzelf, precies zoals het altruïsme dat vereist. Een echt egocentrisch man kan niet beïnvloed worden door de waardering en de bijval van anderen. Hij heeft noch die waardering nodig, noch die bijval.”


“(…) Het is gemakkelijk om anderen in een bepaalde richting te drijven, maar o zo moeilijk om op je eigen antecedenten te steunen. Je kunt een publiek deugdzaamheid voorspiegelen. Maar je kunt niet jezelf voor de gek houden op die manier. Het eigen ego is de strengste rechter. Daarom vluchten ze ervoor. Hun leven is één onafgebroken vlucht. Het is gemakkelijker om een paar duizend dollar bij te dragen voor een liefdadig doel en op grond daarvan jezelf een edel mens te vinden, dan je zelfrespect te baseren op persoonlijke maatstaven of persoonlijke prestaties. Het is heel eenvoudig om substituten voor bekwaamheid te zoeken, en zulke prettige substituten: liefde, charme, vriendelijkheid, liefdadigheid. Maar in feite bestaat er geen substituut voor bekwaamheid.”


“Dat is nu precies het dodelijke gevaar van tweedehands mensen. Ze trekken zich niets aan van feiten, gedachten of prestaties. Ze trekken zich alleen iets aan van mensen. Ze vragen niet: “Is dat waar?” Ze vragen: “Geloven anderen dat het waar is?” Ze oordelen niet, ze herhalen. Ze doen niet, maar ze maken de indruk dat ze doen. Ze scheppen niet, ze pronken. Het gaat hun niet om bekwaamheid, maar om vriendschap, niet om verdienste, maar om invloed. Wat zou er terechtkomen van de wereld zonder degenen die doen, denken, werken, voortbrengen? En dat zijn toch de egocentrische mensen. Je denkt nu eenmaal niet met de hersens van een ander, en je werkt niet met de handen van een ander. Als je afstand doet van je onafhankelijk onderscheidingsvermogen, doe je tegelijkertijd afstand van je bewustzijn. Het bewustzijn tot stilstand brengen wil zeggen het leven tot stilstand brengen. Tweedehandsmensen hebben geen besef van realiteit. Hun realiteit bevindt zich niet in hen, maar ergens in de ruimte die het menselijke wezen van het andere scheidt. Het is geen entiteit maar een relatie, eentje die nergens aan verankerd is. Dat is de leegte die ik vroeger in mensen niet kon begrijpen. Dat remde me elke keer dat ik tegen over een commissie kwam te staan. Mensen zonder ego. Een opinie waaraan geen rationeel proces vooraf was gegaan. Een beweging zonder rem of drijvende kracht. Macht zonder verantwoordelijkheid. De tweedehandsmens handelt, maar de bron van zijn handelingen ligt verspreid in alle andere mensen. Die bron bevindt zich overal en nergens, en dus valt er niet met hem te redeneren. Hij is voor rede niet ontvankelijk. Je kunt niet met hem praten, want hij kan je niet horen. Je staat terecht voor een rij lege stoelen. (…)


“(…) Dat komt doordat ze een zekere waardigheid blijven houden. Ze blijven altijd menselijke wezens. Maar ze hebben geleerd zichzelf te zoeken in anderen. Desondanks kan geen mens de absolute nederigheid verwerven die elk gevoel van eigenwaarde overbodig zou maken. En dus heeft de mens, nadat hem eeuwenlang het dogma is voorbehouden dat altruïsme het hoogste ideaal is, deze leer aanvaard op de enige manier waarop hij aanvaardbaar was: door een gevoel van eigenwaarde te ontlenen aan anderen. Door te leven uit de tweede hand. En dat heeft de weg gebaand naar alle denkbare verschrikkingen. Het is verworden tot de afschuwelijke vorm van egocentrisme die een echt egocentrisch persoon iemand zich onmogelijk had kunnen voorstellen. En nu vragen ze ons het ego te vernietigen om een wereld te redden die aan onzelfzuchtigheid ten onder gaat. Luister maar naar wat er vandaag de dag gepredikt wordt. Kijk naar alle mensen om ons heen. Je hebt je afgevraagd waarom ze lijden, waarom ze zoeken naar geluk zonder het ooit te vinden. Als iemand ooit een ogenblik stil zou blijven staan bij de vraag of hij ooit een echt, een persoonlijk verlangen heeft gevoeld, zou hij het antwoord vinden. Dan zou hij zien dat al zijn wensen, zijn daden, zijn dromen en zijn ambities hun ontstaan vinden in andere mensen. Hij streeft in feite niet eens naar materiële rijkdom, maar naar de zinsbegoocheling van de tweedehands mens: prestige. Een stempel van goedkeuring, die niet zijn eigen is. “




Comments


© 2021 door De Vrijdenker

bottom of page