(onderstaand artikel publiceerde ik op 8 november 2020 voor het eerst op de Wereldmorgen. Het werd daar één van de meest gelezen artikels, maar werd onlangs verwijderd van dit forum. Het moge duidelijk zijn dat er, vooral ter linkerzijde, heel wat zenuwachtigheid bestaat over het Wereld Economisch Forum en haar groeiende invloed op onze samenleving, op bepaalde experten en politici. Zeker nu het WEF zich meer en meer profileert als 'progressief', 'groen' en 'sociaal').
Het Wereld Economisch Forum (WEF) werd opgericht in 1971, door de Duitse ingenieur en economist Klaus Schwab. En tot op de dag van vandaag is hij daar voorzitter van. Dit jaar zitten onder meer oud-vice president Al Gore, en Christine Lagarde, voormalig voorzitster van het Internationaal Monetair Fonds en huidig voorzitster van de Europese Centrale Bank, aan het stuur van het WEF. Naast haar regionale congressen, zakken ieder jaar tientallen staatshoofden, en duizenden politici, bedrijfsleiders en opiniemakers af naar het Zwitserse Davos, om daar samen na te denken over de toekomst van de wereldeconomie, en over de richting van de onvermijdelijke globalisering. Het is wellicht de belangrijkste denktank ter wereld, waar de grootste bedrijven en investeerders ter wereld hun plannen ontwikkelen voor een robuust wereldkapitalisme, schouder aan schouder met de belangrijkste wereldleiders en globale instellingen. Publiek-private samenwerking, op wereldschaal. Niet verbazend dus dat deze samenkomst van economische en politieke giganten aan de zijlijn geregeld ook heel wat ‘andersglobalisten’ aantrekt.
Tot enkele jaren geleden schreeuwden die zich vooral schor buiten de perimeter van de conferentie, maar de laatste jaren laat het WEF met mondjesmaat ook bekende ‘activisten’ binnen, die vervolgens hun mening daar mochten verkondigen. Zo passeerden daar vorig jaar onder meer klimaatactiviste Greta Thurnberg en ‘basisinkomen-activist’ Rutger Bregman.
Het Wereld Economisch Forum was er als de kippen bij om de wereldwijde coronacrisis aan te wenden om haar narratief aan te scherpen, en wereldkundig te maken. En het moet gezegd: het is een verduiveld intelligent én charmant narratief, dat momenteel al op diverse échelons verder wordt verkondigd, onder meer door de kersverse Belgische premier Alexander De Croo, die heel wat nauwe banden heeft met het WEF, en in 2015 verkozen werd als Young Global Leader binnen deze organisatie.
Sinds 2006 publiceert het WEF jaarlijks haar Global Risks Report, en dat lijkt een mooi aanknopingspunt om hier beknopt haar visie uit de doeken te doen, sterk beïnvloed door het denken van haar voorzitter Schwab, die al meer dan vijftig jaar zijn geloof in Stakeholder Capitalism predikt. Meer daarover straks. De these rond de ‘global risks’ is glashelder, en ligt verbazend dicht op de lijn van heel wat andersglobalisten. Er vormen zich steeds meer ‘globale risico’s’ in gebieden als milieu, economie, technologie, geopolitiek, economie, gezondheid en samenleving. Deze risico’s kunnen niet langer op nationaal of regionaal niveau worden aangepakt, maar hebben daadkrachtige internationale instellingen nodig die de mensheid kunnen behoeden van de ondergang. We kunnen ons niet langer vrijblijvende internationale samenwerking veroorloven, en hebben nood aan wereldwijde efficiënte coördinatie van een resem globale risico’s. Dat kan gelden voor de aanpak van covid-19, als van de klimaatverandering, de ecocide, de vluchtelingenstromen, luchtvervuiling, terrorisme, bankencrisis, etc etc. Daarenboven zijn heel wat van de mondiale uitdagingen ‘interdependent’, en moeten ook als zodanig worden aangepakt. So far, so good.
Hamvraag wordt dan natuurlijk wel in hoeverre die noodzakelijke supranationale instellingen een voldoende democratische representativiteit kunnen waarborgen zonder te verzanden in tergend trage bureaucratie, inertie en politieke spelletjes. Want de tijd dringt natuurlijk.
Net over die vraag buigt voorzitter Klaus Schwab zich in zijn nieuwste boek, geschreven samen met zijn medewerker Thierry Malleret. Het boek, getiteld “Covid-19: The Great Reset”, geschreven in juni 2020, geeft een overzicht van waar het World Economic Forum momenteel staat in haar analyse, en in haar beleidsadviezen naar overheden en instellingen wereldwijd.
De auteurs klagen in de inleiding al het ‘oude normaal’ aan: een wereld met te grote sociale ongelijkheid, teveel onrecht, een gebrek aan internationale samenwerking en een falen van globaal leiderschap. Covid-19 zal er echter voor zorgen dat we nooit meer terug kunnen naar dit oude normaal. Het Nieuwe Normaal is onvermijdelijk, en belooft beterschap voor onze oude, zieke wereld. The Great Reset kan dankzij de coronacrisis een aantal mondiale mechanismen doen versnellen, waardoor de ‘oude wereld’ vlugger achter ons kan liggen. Iets wat vorige historische pandemieën en andere ‘oorlogen’ ook al bewerkstelligden, zij het meestal op een lokaler niveau. Aan ons allen om de huidige crisis te gebruiken om een nieuwe orde in de wereld te verbeelden, zij het dat een aantal tendenzen sowieso ‘onvermijdelijk’ zullen zijn, althans volgens de invloedrijke auteurs.
De assumptie is uiteraard dat covid-19 zo sterk mogelijk gestopt moet worden in haar verspreiding, en dat het sociale en ook deels economische verkeer een halt moet worden toegeroepen zolang er geen afdoende vaccin beschikbaar is. En dat er nog verschillende pandemieën op de loer liggen, en we als globale samenleving hierop een ‘veerkrachtig’ antwoord moeten kunnen verzinnen.
Zo staat het voor het WEF buiten kijf dat we zo vlug als mogelijk moeten instappen in het idee van een Donut Economie: een alternatieve economie die enkel maar kan opereren tussen de grens van het voldoen aan eenieders basisbehoeften én de grens die de planeet ons stelt. Duurzaamheid in een nieuw kleedje, en met een metafoor waar zelfs de meest koppige andersglobalist voor kan smelten.
Voor Schwab en co is het niet langer een taboe om af te stappen van economisch groei zoals we die kennen. Het is duidelijk geworden dat een ruwe berekening van het Bruto Binnenlands Product geen graadmeter meer is voor het algemeen welzijn, soms integendeel. Lokale economieën moeten ook veerkrachtiger worden, en minder afhankelijk van distributielijnen in andere continenten. De voorheen efficiënte ‘just in time’ productiemodellen, zullen veranderen in ‘just in case’ modellen, die geregelde onderbrekingen in het internationale economische verkeer (owv toekomstige pandemieën en lockdowns) kunnen bufferen, en op regionaler niveaus zorgen voor de aanmaak van grondstoffen en verwerking ervan. Het woord ‘de-globalisering’ valt zelfs. En ook ‘circulaire economie’. Alsof de andersglobalisten en ecologisten gewonnen zijn.
Om die kortere aanvoerlijnen en regionale economische veerkracht zo rap en goedkoop mogelijk te bewerkstelligen, en de noodzakelijke sociale afstand (onze gezondheid!) te waarborgen, en bedrijven te verzekeren tegen schadeclaims van besmette arbeiders, zal het nodig worden heel hard in te zetten op … automatisering. Ofte: de Vierde Industriële Revolutie.
In het Nieuwe Normaal van de ‘Remote Everything’ (Alles op Afstand) spelen technologie, robots en artificiële intelligente een cruciale rol. Cultuur, onderwijs, handel, sport, ontspanning, eten worden meer en meer virusvrij, goedkoper, en aan de consument geleverd via het scherm, en binnenkort misschien ook via drones die pakketjes droppen aan onze deur. De tijd van de “Steen & Mortel” winkels ligt meer en meer achter ons, en ook onze horeca zal zich moeten specialiseren in afhaalmaaltijden en cocktails op bestelling, die vervolgens thuis worden genuttigd. Dat wordt ook de meest klimaatvriendelijke keuze. Het enige live-alternatief wordt waarschijnlijk een model à la McDonalds, waar je met je bubbel wel nog altijd naar toe kan, maar dan op grote afstand van de medewerkers en andere klanten, met digitale schermen waar je je bestelling invoert en contactloos betaalt, en een robot die je je eten komt brengen en naderhand je stoel en tafel desinfecteert. Al geven de auteurs grif toe dat het grootste deel van onze horeca simpelweg zal verdwijnen, en dit voornamelijk zal gebeuren door de grotere ketens, die deze uitdaging niet enkel aankunnen, maar er al jaren op voorbereid zijn. Idem voor de evenementenindustrie.
Binnen de visie van The Great Reset, zullen we ons erbij neer moeten leggen dat verschillende industriële en commerciële takken krimpen, zoals de luchtvaart (“hallellujah!”), toerisme, horeca, en miljoenen kleine bedrijfjes. Andere takken zullen dan weer boomen, zoals onder meer (bio)technologie, verzekeringen, wellness en gezondheid. En heel wat creatieve nieuwe ondernemingen zullen het licht zijn, namelijk zij die ten volle het Nieuwe Normaal omhelzen. Zo worden diensten steeds belangrijker, en zullen call-centers ‘Alexa-gewijs’ steeds meer intelligente computerstemmen inzetten. Consumenten zijn daar naar het schijnt klaar voor, én enthousiast.
De auteurs geven grif toe dat de coronacrisis voor heel veel angst en onzekerheid zorgt. Het gaat absoluut niet goed met de mentale gezondheid van vele aardbewoners, en de werkloosheid en verpaupering grijpen om zich heen, zeker in streken en sectoren die heel afhankelijk waren van het Oude Normaal, zoals toerisme. Ze voorspellen ook heel wat sociale onrust, maar stellen tegelijk een remedie voor: een uitbreiding van nationale, sociale vangnetten. Ze pleiten voor meer sociale zekerheid en zorg, maar dan liefst ook op een nieuwe, frisse manier. De term ‘helicoptergeld’ valt meermaals, een soort basisinkomen waar meer en meer landen mee beginnen te flirten. Nationale en supranationale banken kunnen, binnen bepaalde monetaire marges, geld bijprinten en verdelen, en zo de sociale onrust dempen. Een beetje zoals dit voorjaar in België al gebeurde met de compensatiepremies voor miljoenen technisch werklozen. De technologie kan ons ook helpen om de zorg te personaliseren, en onze gezondheid en die van onze geliefden non stop te monitoren. E-sports en e-wellness worden goedkoop, effectief en uiterst preventief. Binnen het nieuwe normaal van pandemie-updates, behoren voortdurende ‘tracking en tracing’ van individuen uiteraard ook tot het gezondheidspakket, mét voldoende waarborgen naar privacy en ontsporing toe. Smartphones en persoonlijke gezondheid worden onlosmakelijk verbonden met elkaar.
Verschillende basisbehoeften worden wellicht goedkoper op deze manier. Ook onderwijs wordt gedemocratiseerd; goedkoper én toegankelijker dankzij techgiganten Zoom en Microsoft Teams. Huizenprijzen in de steden zullen wellicht ook dalen, aangezien telewerk de norm wordt, en diensten toch tot onze deur komen, ook op het platteland, in de frisse lucht, tussen de bomen en zonder verplichte mondmaskers buiten. Betalingen gebeuren quasi uitsluitend nog digitaal. En virusvrij.
Blijft de vraag hoe we dergelijke Great Reset zo democratisch mogelijk kunnen realiseren. Onze representatieve democratie maakt er al zo’n potje en kibbelkabinet van op lokaal niveau. Hoe kan dat dan werken op internationaal niveau, waar ‘snel schakelen’ de boodschap wordt om ons hoofd boven water te kunnen houden en snelle antwoorden te kunnen bieden op toekomstige pandemieën, natuurrampen en andere mondiale risico’s?
Hier komen we aan het stokpaardje van het Wereld Economisch Forum, want zij houden het antwoord vast, als een wortel voor onze neus. Of als een lichtbak?
Stakeholder Capitalism wordt volgens hen immers het Nieuwe Normaal. Er wordt volop erkend dat het tijdperk van de neoliberale globalisering ten einde loopt. Het bracht sociale mobiliteit en welzijn voor miljarden, maar bracht onze planeet tegelijk op de rand van de afgrond. Wat we de volgende jaren zullen zien, zijn bedrijven die volop inzetten op ESG: Economic en Social Corporate Governance. Consumenten zullen met hun geld ‘stemmen’ voor bedrijven die het goed menen met People, Planet én Profit, en worden hierbij geholpen door Investor Activism: grote investeringsbedrijven en ‘one percenters’ die enkel nog zullen investeren in bedrijven en sectoren die goed scoren op klimaat- en milieuvriendelijkheid, mensenrechten, behandeling van hun personeel, etc. Naast het Consumer en Investor Activism, krijgen we daarenboven ook meer en meer Employer Activism, zoals een groep Google-medewerkers die haar moederbedrijf een tijdje geleden ‘verplichtte’ uit te stappen uit bepaalde investeringen. Aan supranationale instellingen, liefst publiek-private samenwerkingen, om vervolgens certificaten uit te delen aan de besten van de klas. Zelfregulering wordt het toverwoord. Wie heeft er dan nog vakbonden nodig dan?
Twintig, tien, vijf, één jaar geleden stonden duizenden actievoerders aan de poorten van het WEF te Davos te roepen om een einde aan de ecocide, de klimaatverandering, de inkomenskloof en riepen ze op tot aansprakelijkheid, transparantie en sociale zekerheid. Het WEF heeft haar antwoord intussen klaar. Eentje waarbij de politiek en de burger buitenspel wordt gezet en de grootste bedrijven zonder remmingen verder kunnen groeien en de kleintjes opslokken, onder het mom van zelfgemaakte ‘certificaten’ die zouden aantonen hoe groen, sociaal en klimaatvriendelijk ze wel niet zijn.
Wat wordt ons tegenantwoord?
Comments