Wat mag ik verwachten bij mijn kind (12-15 jaar), onmiddellijk na de spuit?
Zonet publiceerde de Food en Drug Administration van de VS een document met de geobserveerde bijwerkingen na injectie van de eerste en de tweede Pf*zerspuit aan 12 tot 15 jarigen.
Dit officiële document is gebaseerd op een onderzoek in 2020 bij meer dan 2000 jongeren (12-15 jaar), uit verschillende werelddelen, waarvan de helft een placebogroep was (die een zelfde spuit, maar met enkel zoutoplossing in de arm geprikt kreeg). Het onderzoek focuste zich vooral op kortetermijnbijwerkingen, dus meteen na het toedienen van de prik.
Zo is volgens dit onderzoek van Pf*zer zelf, bijvoorbeeld de kans op koorts na injectie één op vijf na de eerste spuit, en 2 op 5 na de tweede spuit.
De kans op vermoeidheid na de tweede spuit, is twee op drie. Idem voor hoofdpijn.
Rillingen na de tweede spuit ervaren zo’n 2 jongeren op 5.
Minder dan één op dertig zal moeten overgeven.
Diarree is er in 6 à 8 procent van de gevallen.
Eén op drie heeft last van spierpijn na de tweede spuit.
Meer dan de helft heeft na de tweede prik ofwel een koortswerend middel, ofwel een pijnstiller nodig.
Over ernstiger bijwerkingen die naderhand optraden, zegt het officiële document eigenlijk niet veel anders dan “de oorzakelijkheid is niet bewezen”.
Behalve in het geval van hartspierontsteking, waarbij de grootste risicogroep volgens de studie de groep 12-15 jarige jongens is, hoewel de absolute cijfers wellicht nog behoorlijk klein zijn. Het Nieuwsblad kopte vorige week evenwel dat er in één Vlaamse wielerploeg niet minder dan DRIE van de ongeveer tachtig jonge renners tussen de 15 en 17 met ernstige hartklachten waren opgenomen in het ziekenhuis, kort na hun prik. Naar het schijnt vermindert het risico op hartklachten als de eerste zeven dagen na de prik niet intensief wordt gesport.
Voorlopige conclusie: aan de hand van het Pf*zerrapport kun je je verwachten aan een jonge geprikte puber met wellicht wat vervelende lichamelijke klachten, klachten die bij de andere klassieke spuiten wellicht in veel mindere mate voorvallen, maar alla. De meeste van die kortetermijnklachten gaan gauw over, behalve in een kleine minderheid der gevallen. Het blijkt onmogelijk om een onderzoek te doen naar mogelijke langeretermijneffecten van de Pf*zerspuit, ook al werkt zij met een behoorlijk nieuw procedé, en ook al is men nu al autorisatie aan het zoeken voor het prikken van onze zesjarigen, en wellicht ook halfjarigen. Er zijn wereldwijd wel heel wat wetenschappers die zich uitspreken tegen massa-injecties van minderjarigen, omdat er volgens hen ofwel nog te weinig data voorhanden zijn, ofwel wat significante observaties of modellen. Deze wetenschappers worden door onze reguliere media voorlopig echter bestempeld als ‘niet serieus’. Maar op basis van welke data? En welke oordelen van virologen zijn momenteel onfeilbaar, terwijl er nog zoveel onduidelijkheid heerst rond effectieve immuniteit (spuit versus natuurlijke besmetting), kans op verdere besmetting, duur van de werking, slimme varianten, mildere of net ernstiger besmettingen, Infection Fatality Rate, etc etc?
“Onmogelijk om de langeretermijneffecten van de spuit op te zoeken? Maar dat moet toch kunnen! Dat heeft toch iedere nieuwe spuit nodig, vooraleer zij helemaal goedgekeurd wordt?”
Wel…
De maanden voor de voorwaardelijke autorisatie in onder meer VS en EU (eind 2020), deed Pfizer dus dat onderzoek, dat in totaal zo’n 44.000 proefpersonen behelsde, waarvan de helft de noodzakelijke vergelijkingsgroep leverde, de zogenaamde placebogroep. Zonder vergelijkbare placebogroep geraak je als spuitjesbedrijf echt nergens met je product: je moet immers een ernstige inschatting kunnen maken van de mogelijke korte en langeretermijn bijwerkingen van het middel. Voor de studie van de kortetermijn bijwerkingen waren de gegevens uit die placebogroep goud waard. En dat had het ook moeten zijn voor de studie van de langeretermijn bijwerkingen, ware het niet….dat enkele maanden na de proefinjecties….alle 22.000 tal niet-geprikten gevraagd werd om zich ook vlug te laten prikken (“voor hun maximale veiligheid”). Daarmee was het onderzoek ten einde. Want de placebogroep hield simpelweg op te bestaan, en dat dus al na enkele maanden onderzoek.
Maar er was nog een tweede kans op ernstig onderzoek nà voorwaardelijke goedkeuring...
Pf*zer is in de EU een ‘voorwaardelijk goedgekeurde’ prik, met als dure belofte vanwege Pf*zer dat zoveel mogelijk bijwerkingen van alle reguliere geprikten op korte en lange termijn zouden worden bijgehouden, via een ingenieus registratie- en monitoringsysteem. Die gegevens zijn absoluut nodig om een volwaardige goedkeuring te krijgen in 2023. In de VS heet deze database de VAERS. In Europa heeft de EMA een vergelijkbare database. Alleen….lijkt het alsof men heel sterk de geprikte burgers en hun artsen ontmoedigt om hun bijwerkingen te laten registreren. Er is dus een heel sterke onderrapportage van bijwerkingen (sommigen zeggen dat er slechts 1 à 3 % van het aantal reële bijwerkingen wordt geregistreerd). Blijkbaar is de registratie ervan nogal slecht gecommuniceerd, onduidelijk om in te vullen, en, zeker voor artsen, bijzonder tijdrovend. Dus opnieuw kunnen we eigenlijk bijna nooit conclusies trekken over mogelijke langeretermijnbijwerkingen van de spuit, en hun procentuele risico’s. Telkens opnieuw kan immers worden gezegd dat de oorzakelijkheid tussen het ernstige symptoom of zelfs overlijden en de spuit niet kan worden bewezen, wat meestal ook gebeurt. En er is geen controlegroep en geen fatsoenlijke rapportage. Op wat baseren virologen zich dan om te zeggen dat de spuit absoluut veilig en betrouwbaar is, ook voor onze jongsten?
Spijtig is dat, vind ik persoonlijk. Maar misschien kunnen we er wel iets aan doen?
Wat als, we in ons land met zoveel mogelijk zouden pleiten om iedere geprikte aan te moedigen zijn of haar objectieve symptomen na de injectie te registreren? Wat als ook de prikkers of de huisartsen gestimuleerd zouden worden om heel objectief te berichten over het al dan niet optreden van mogelijke bijwerkingen op het moment zelf, en de weken erna? Zou ons dat geen BROODNODIGE info geven over wat deze prikken nu écht al dan niet doen met ons? Zodat we op zijn minst langs alle kanten wéten wat de echte cijfers zijn, in plaats van steeds maar te gissen, en te zien dat er één groep veel te veel minimaliseert, en een andere groep wellicht geregeld de cijfers overdrijft. Hier kan dit alvast gemeld worden.
Want binnenkort zijn onze zesjarigen wel degelijk ook aan de beurt! Willen we niet eerst wat fatsoenlijk wetenschappelijk onderzoek hierrond zien, bijvoorbeeld door vanaf nu te gaan voor een écht fatsoenlijke rapportage bij de diverse leeftijdsgroepen die momenteel hun eerste of tweede prik krijgen van de overheid? Dit kan toch makkelijk georganiseerd worden? En met een zo vlug en zo groot mogelijke transparantie, zodat binnen de enkele dagen zelfs bijgestuurd of zelfs stilgestaan kan worden, zoals bijv na het ontdekken van een verhoogde kans op bloedklonters bij jongere vrouwen na de AZ spuit.
Welke wetenschappelijke onderzoekers zouden hier mee hun schouders onder willen steken? Of zie ik iets over het hoofd?
Comentarios